Een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen maakt onderdeel uit van een preventief beleid tegen PSA. Wie beschikken over zo’n persoon?

Circa 16 procent van de werknemers in Nederland heeft een enkele keer tot zeer vaak te maken met ongewenste omgangsvormen van leidinggevenden of collega’s. Nog eens bijna 6 procent van de werknemers met discriminatie op de werkvloer. Een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen maakt onderdeel uit van een preventief beleid tegen PSA.

Een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen in een bedrijf of organisatie kan de negatieve gevolgen van ongewenste omgangsvormen beperken en zelfs voorkomen. In 2018 zeggen ruim 6 op de 10 werknemers in Nederland dat ze de mogelijkheid hebben om zo’n vertrouwenspersoon te raadplegen. 1 op de 8 werknemers zegt die mogelijkheid niet te hebben. En 1 op de 4 medewerkers weet het niet.

Verzuim door ongewenste omgangsvormen bijna 12 procent

Hoeveel medewerkers hebben in Nederland last van ongewenst gedrag op het werk door collega’s en/of leidinggevenden? Dit percentage schommelt al jaren rond de 16 procent. En het daalt niet, ondanks dat de gevolgen voor slachtoffers en organisaties pittig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het ziekteverzuim. In Nederland staat dit gemiddeld op 4 procent. Maar voor medewerkers die worden gepest of geïntimideerd door collega ‘s of leidinggevenden loopt dit op tot bijna 12 procent.

Op één na belangrijkste risicofactor voor arbeidsongeval

Daarnaast is intern ongewenst gedrag de op één na belangrijkste risicofactor voor een arbeidsongeval met verzuim. Alleen het verrichten van gevaarlijk werk staat hoger. Want wie uitgeput raakt door pestgedrag van collega’s of van een intimiderende leidinggevende, verliest concentratievermogen. Zeker in combinatie met gevaarlijk werk kan dit fataal aflopen. Er valt dus veel te winnen bij de preventie van ongewenste omgangsvormen. Daarbij speelt een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen een belangrijke preventieve rol.

Vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen?

Nog niet iedere organisatie heeft een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen. Daarbij blijkt de grootte van het bedrijf een belangrijke factor. In grote bedrijven (meer dan 250 medewerkers) heeft bijna 80 procent van de werknemers de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen te raadplegen. Dit is bijna tweemaal zo veel als in kleine (tussen de 10 en 50 medewerkers) en microbedrijven (minder dan 10 medewerkers). Daarin heeft respectievelijk 49 en 33 procent van de werknemers deze mogelijkheid.

Bron: www.arbo-online.nl