Het is algemeen bekend dat bruin en blauw asbest ernstige ziektes kunnen veroorzaken, echter sommigen beweren dat wit asbest weinig kwaad kan. Hoe is de visie van experts?
De theorie over asbest is ingewikkeld. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen drie mogelijk voorkomende gevolgen: longkanker, asbestose en mesothelioom. Daarnaast speelt mee de mate en duur van de blootstelling. Asbestose en longkanker komen bijna alleen voor bij mensen die jarenlang met asbest hebben gewerkt. Bij mesothelioom ligt het echter anders. Deze vorm van long en buikvlieskanker werd door onderzoekers ook gezien bij de partners van de mijnwerkers.
Bruin en blauw asbest zijn gevaarlijk, wit niet?
En dan zijn er nog de verschillende asbestsoorten. Bruin asbest is gevaarlijk, blauw nog gevaarlijker. 90 procent van het asbest dat nu nog in bouwwerken zit, is wit. En diverse bronnen op internet claimen dat dit minder kwaad kan. Is dit juist?
Sies Dogger, secretaris van de Gezondheidsraad, schiet in de lach. “Ik denk het niet. Alle kenners die ik ken, zeggen dat wit asbest wel degelijk kwaad kan. In de commissie Gezondheid en Beroepsmatige Blootstelling aan Stoffen van de Gezondheidsraad is het grootste deel van het Nederlandse asbest-intellect verenigd.”
Het advies van die commissie van de Gezondheidsraad luidde in 2010 dat de blootstellingsgrenzen voor asbest – alle soorten – juist moesten worden verscherpt. “De onderzoekers keken naar de risico’s op longkanker en mesothelioom. Daar voerden ze een zogenoemde meta-analyse op uit: ze legden alle recente studies op een rijtje en controleerden welke goed waren uitgevoerd. Daarmee zeefden ze veel ondeugdelijk onderzoek er tussenuit. Wat er achterbleef, kleurde ons beeld van wit asbest een paar tinten donkerder.”
Wit asbest slechts een factor 5 minder gevaarlijk dan blauw
“Wat betreft het risico op mesothelioom, bedroeg het verschil tussen wit en blauw asbest inderdaad een factor 50,” zegt Dogger. “Maar waar het gaat om longkanker hebben we geen verschil kunnen constateren. Leggen we die twee uitkomsten over elkaar, dan zien we dat wit in vergelijking met blauw slechts een factor 5 minder gevaarlijk is.”
Slechts? Is een factor 5 niet veel? “Nee”, zegt Dogger. “Ik geef wel eens het voorbeeld van GHB. Dit narcosemiddel wordt vaak gebruikt als partydrug. Als je daar een bepaalde hoeveelheid van neemt, raak je in een roes. Voer je de dosis op, dan eindig je in een coma. Het verschil? Slechts een factor 3. Echt, die factor 5 stelt niks voor. Dat weten de Canadese producenten van wit asbest ook. Daarom hebben die altijd beweerd dat het verschil in risico met blauw asbest enorm veel groter was: een factor 500.”
Ook risico’s voor hen die niet met de stof werken
De risico’s van wit asbest laten zich dus niet bagatelliseren. En er is meer reden tot zorg. Want misschien is de stof niet alleen gevaarlijk bij een grote blootstelling. Bovendien maakt Lex Burdorf, hoogleraar Determinanten van Volksgezondheid aan de Erasmus Universiteit, zich ook zorgen om degenen die niet met de stof werken. “Veel van dat spul is verwerkt in plafondtegels, in plaatjes achter de cv-ketel en soms zelfs in ventilatiesystemen. Als je dat met rust laat, gaat dat heel lang goed. Maar na zo’n 30 tot 40 jaar begint het te verweren. Dat betekent dat er zich vezels gaan losmaken.” Toegegeven, voor het individu zijn de risico’s daarvan heel klein. Maar volgens Burdorf is dat slechts het halve verhaal. “Hoeveel kantoren telt Nederland? Hoeveel werknemers zitten daar de hele dag te werken? En hoeveel mensen krijgen dus ieder jaar meer asbestvezels in hun longen? Als je al die kansen bij elkaar optelt, kom je uiteindelijk toch op enkele tientallen doden per jaar.”