Op basis van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) stelt een organisatie het juiste aantal BHV'ers vast. Dat is maatwerk en voor iedere organisatie anders.

In artikel 15 van de Arbowet staat alleen dat een werkgever zich voor de BHV moet laten bijstaan door 1 of meer werknemers. Voor het bepalen van het benodigde aantal BHV’ers spelen verschillende factoren een rol, zoals:

De grootte van de organisatie

Allereerst is de grootte van de organisatie van belang. Het aantal mensen dat ontruimd moet worden bij een calamiteit speelt dus een rol. Daarbij gaat het niet alleen om eigen medewerkers, maar ook om bezoekers. Hoe groter de organisatie, hoe meer BHV’ers er nodig zijn. Het is nogal een verschil of de BHV bij een calamiteit 5 of 100 mensen in veiligheid moet brengen.

Bij kleine organisaties kan de directeur of eigenaar van een organisatie ook zelf BHV-taken uitvoeren. Het is dan wel van belang dat iemand anders die taken kan overnemen als deze persoon afwezig is.

Het gebouw

Ook de inrichting en de omgeving van het gebouw zijn van belang. De inrichting van het gebouw bepaalt mede hoeveel BHV’ers er nodig zijn bij een ontruiming. De risico’s in een kantoorpand zijn van een andere categorie dan die in een bedrijf waar mensen met chemische stoffen werken. De omgeving van het gebouw bepaalt mede de eventuele gevaren van buitenaf. Bijvoorbeeld als het gebouw in de buurt staat van (petro)chemische industrie, opslag van gevaarlijke stoffen, een autosnelweg of een tankstation.

Mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen vragen een andere inzet van de BHV dan een groep werknemers zonder beperkingen. Een belangrijke vraag is dus ook: hoeveel mensen zijn er binnen de organisatie die zichzelf niet (goed) kunnen redden? Hoe hoger dit aantal, hoe meer BHV’ers er nodig zijn. Ook de te verwachten letsels bij een calamiteit bepaalt mede het aantal benodigde BHV’ers.

Vakantie en verlof

Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met vakantie en verlof, maar ook met bijvoorbeeld ziekte of ploegendiensten. Dat betekent dat er altijd meer BHV’ers moeten zijn dan dat er daadwerkelijk nodig zijn bij een calamiteit. Zo zorg je ervoor dat er op elk moment voldoende hulpverleners aanwezig zijn.

Coördinatie en leiding

Is het duidelijk hoeveel BHV’ers er nodig zijn binnen de organisatie? Onderzoek dan ook of en welke vorm van coördinatie en leiding nodig is voor de groep BHV’ers. Stel 1 of meer ploegleiders aan die zich tijdens een calamiteit alleen richten op het incident. Let wel op: als je een ploegleider aanstelt, kan niet iedereen deze vervangen. Daarom is het belangrijk om ook plaatsvervangende ploegleiders aan te stellen. Bij grotere organisaties, met meerdere ploegleiders, is ook een coördinator nodig. De coördinator controleert en stuurt alle processen binnen het gebouw.

Bron: www.arboportaal.nl