Vertegenwoordigers van 16 mbo-scholen reisden op 16 juni jongstleden af naar Scholengemeenschap De Rooi Pannen in Tilburg om de kick-off bij te wonen. Deze scholen nemen deel aan de pilot en gaan vanaf september structureel aandacht besteden aan Fit veilig en gezond werken.
Dat Fit veilig en gezond werken belangrijk is en al begint in de schoolbanken, stond voor de deelnemers vast. Tijdens de kick-off werd het stimuleringsprogramma uiteengezet en voerden de deelnemers inspirerende onderlinge gesprekken over de beste aanpak. Welk jaar is het meest geschikt om te starten met informatie over veilig en gezond werken? Of is het juist verstandig om hier bij aanvang van de eerste stage over te beginnen?
In drie jaar minimaal 100 mbo-scholen helpen
Het eerste jaar van de stimuleringsregeling vormt een pilot. De 16 deelnemende scholen bekijken hierin of de ingrediënten van het programma voldoen. Het traject duurt in totaal drie jaar en het doel is om minimaal 100 mbo-scholen te helpen om veilig en gezond werken op de kaart te zetten. Het doel van het programma is tweeledig:
• Jongeren hebben bij aanvang van het werkende leven kennis van en ervaring met veilig en gezond werken.
• Jongeren zijn in staat om hun kennis en vaardigheden over veilig en gezond werken toe te passen in de praktijk.
Stimuleringsprogramma Fit, Veilig en Gezond werken
Na het pilotjaar kunnen scholen zich voor nog twee schooljaren inschrijven voor het Traject Fit veilig en gezond werken. Deelnemende scholen krijgen een stimuleringsbudget van €5.000 om activiteiten te organiseren of bestaande interventies in te zetten op het gebied van fit, veilig en gezond werken.
Aan het begin van het traject kijkt een coördinator van de school met een arbodeskundige en een Gezonde School-adviseur van de GGD naar de behoeften. Hij stelt daarna een plan van aanpak op. Bijvoorbeeld met een les van een gastdocent of een rollenspel waarin studenten worden uitgedaagd om arbeidsrisico’s te herkennen en te beheersen. Vervolgens wordt de school – afhankelijk van de behoefte – gekoppeld aan een vaste arbodeskundige die de theorie én praktijk goed kent.
Aan het begin van het traject kijkt een coördinator van de school met een arbodeskundige en een Gezonde School-adviseur van de GGD naar de behoeften. Hij stelt daarna een plan van aanpak op. Bijvoorbeeld met een les van een gastdocent of een rollenspel waarin studenten worden uitgedaagd om arbeidsrisico’s te herkennen en te beheersen. Vervolgens wordt de school – afhankelijk van de behoefte – gekoppeld aan een vaste arbodeskundige die de theorie én praktijk goed kent.
Bron: www.arboportaal.nl