Sommige mensen werken wel op heel grote hoogte maar uw werknemers hoeven helemaal niet zo hoog te gaan om risico te lopen op valgevaar. Al vanaf 2,50 meter is bescherming tegen vallen sowieso een wettelijke verplichting. Maar ook als er op minder grote hoogte wordt gewerkt moeten er maatregelen getroffen worden om de risico’s te beperken.
Wetgeving over werken op hoogte
In Nederland is persoonlijke valbeveiliging slechts in bepaalde gevallen acceptabel, bij het uitvoeren van heel specifieke reparaties. Als mensen op daken werken, dan moet de hele omgeving veilig gemaakt worden met tijdelijke constructies als balustrades en steigers, vangnetten en loopplanken. De wetgeving is daar duidelijk over.
Verschillende daken
Ruwweg kunnen we daken onderverdelen in drie categorieën die relevant zijn voor de veiligheid. Je hebt stevige platte daken, niet-draagkrachtige daken en schuine daken. Voor alle drie deze categorieën bestaan er dan ook verschillende regels. En het is goed om u daar als Arbo functionaris goed in te verdiepen.
Stevig plat dak
In het beste geval werken mensen op een stevig plat dak. Bijvoorbeeld omdat ze dakbedekking of isolatiemateriaal moeten aanbrengen in de nieuwbouw of bij renovatie. Om die werkplek veilig te maken moeten de dakranden worden beveiligd met bijvoorbeeld hekwerken of steigers. Let erop dat dit geen enkelvoudige leuning mag zijn. Hij moet bestaan uit een bovenleuning en een tussenleuning. U kunt pas afzien van beveiliging van platte daken als er al een leuning is, in de vorm van een opstaande rand. Maar die mag zeker niet lager zijn dan 60 centimeter. In alle gevallen moet iedereen voldoende zijn voorgelicht over de gevaren van werken op hoogte. En natuurlijk over hun persoonlijke beschermingsmiddelen die daarbij horen.
Niet-draagkrachtige daken
Op daken die minder kunnen hebben en dus het gevaar opleveren dat je werknemers er doorheen zakken, moeten loopplanken worden neergelegd. Maar ook dat moet zorgvuldig gebeuren en is aan regels gebonden. Zo moeten de loopplanken zo lang zijn dat ze goed door de dakconstructie worden ondersteund. Bovendien moet de breedte van de planken minstens 60 centimeter zijn. Zodat mensen zich er comfortabel op kunnen voortbewegen. Zorg er ook voor dat de loopplanken tegen wegglijden beveiligd zijn en dat ze onmiddellijk vanaf elke ladder of trap zijn te betreden. Vanzelfsprekend zijn ze zo aangebracht dat niemand voor zijn werk ooit naast een plank hoeft te stappen. Maar bedenk dat ook het leggen van die planken al werk op hoogte is, dat moet worden beveiligd. Daarvoor kunnen vangnetten worden aangebracht, bijvoorbeeld met behulp van een hoogwerker.
Schuine daken
Het spreekt voor zich dat het valgevaar op hellende daken groter is dan op platte daken. Vandaar dat de richtlijnen daarvoor strenger zijn. Hier moeten in ieder geval doelmatige voorzieningen zijn aangebracht. Zoals een tegen het bouwwerk geplaatste steiger. Daardoor kunnen mensen op de steigers werken in plaats van op het hellend vlak van het dak. De werkvloer van de steiger moet vervolgens ook worden beveiligd met leuningen en kantplanken. Ook daar zijn weer heel duidelijke regels voor. Dus laat u in alle gevallen goed voorlichten voordat u mensen de hoogte in stuurt!
Bron: www.arbo-online.nl