Slecht ingerichte werkplekken kunnen tot gezondheidsklachten en ongevallen leiden. Dit zijn de geldende regels over werkplekken.
Het is belangrijk dat de inrichting van de plek waar je werkt voldoet aan de daarvoor gestelde veiligheids- en gezondheidseisen. Het maakt daarbij niet uit waar je werkt; op kantoor, in een winkel, in een fabriek of ergens anders. Iedere werkplek is anders. Daarom is het belangrijk om naar de individuele situatie en risico’s te kijken voor een veilige en gezonde inrichting van de werkplek.
Arbowet
In de Arbowet wordt iedere plaats waar arbeid verricht wordt (of gaat worden) gezien als 'arbeidsplaats'. Bij het inrichten van deze arbeidsplaats, vraagt de wet rekening te houden met de persoonlijke eigenschappen van werknemers.
In artikel 3, lid 1 van de Arbowet staat onder andere dat "de inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen alsmede de arbeidsinhoud worden zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers aangepast."
Arboregeling
Artikel 5.2 van de Arboregeling geeft voorschriften over de inrichting van de beeldschermwerkplek en de omgeving waarin het beeldschermwerk wordt verricht.
Arbobesluit
Hoofdstuk 3 van het Arbobesluit bevat algemene voorschriften en verplichtingen voor de inrichting van arbeidsplaatsen. Een algemene vereiste is dat arbeidsplaatsen veilig toegankelijk zijn en veilig kunnen worden verlaten. In artikel 3.2 van het Arbobesluit staat onder andere:
"Ze worden zodanig ontworpen, gebouwd, uitgerust, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Voorts worden zij zindelijk, zoveel mogelijk vrij van stof en voor zover de veiligheid van de arbeidsplaats dat vereist, ordelijk gehouden."
Het Arbobesluit geeft ook voorschriften voor verlichting, zonwering, temperatuur en de hoeveelheid frisse lucht. Apparatuur moet aan veiligheidsnormen voldoen, maar ook zo zijn opgesteld dat de veiligheid niet in het gedrang komt. Er zijn meerdere artikelen in het Arbobesluit met voorschriften over arbeidsplaatsen.
Vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen
In artikel 3.11 van het Arbobesluit staat onder andere: "vloeren van arbeidsplaatsen zijn zoveel mogelijk vrij van oneffenheden en gevaarlijke hellingen en zijn voorts zoveel mogelijk vast, stabiel en stroef." Ook muren en plafonds moeten hygiënisch zijn en eenvoudig schoon te maken.
Ramen en bovenlichtvoorzieningen van de ruimten
In artikel 3.12 van het Arbobesluit staan voorschriften over het openen, sluiten en schoonmaken van ramen en bovenlichtvoorzieningen.
Deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen
In artikel 3.13 van het Arbobesluit staat onder andere: "De plaats, het aantal en de afmeting van deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen alsmede de materialen waarvan zij zijn vervaardigd, zijn afgestemd op de aard en het gebruik van de arbeidsplaats."
Verbindingswegen
Artikel 3.14 van het Arbobesluit gaat in op de verbindingswegen op de arbeidsplaats. Deze zijn "zodanig gelegen en ingericht dat zij op eenvoudige wijze, veilig en overeenkomstig hun bestemming, door voetgangers en voertuigen of transportmiddelen kunnen worden gebruikt."
Bewegingsruimte op de arbeidsplaats
Artikel 3.19 van het Arbobesluit gaat in op de afmetingen en het luchtvolume van de arbeidsplaats. Dit artikel vormt de wettelijke basis voor de minimale afmetingen van (kantoor)werkplekken.
Ontspanningsruimten
In artikel 3.20 van het Arbobesluit staan voorschriften over een ruimte waar werknemers kunnen ontspannen en pauze kunnen houden. Dit kan in het bedrijf zijn, maar ook op locatie. Deze ruimte moet groot genoeg zijn voor het aantal werknemers dat er gebruik van maakt. Er moeten voldoende tafels en stoelen staan, zodat alle werknemers aan tafel kunnen zitten.
Nachtverblijven
In artikel 3.21 van het Arbobesluit staan voorschriften over de aanwezigheid en inrichting van een nachtverblijf. Een nachtverblijf moet adequaat ingericht zijn. De ruimte is uitsluitend bestemd voor personen van gelijk geslacht.
Kleedruimten
Dragen werknemers speciale werkkleding? Dan moeten er kleedruimten beschikbaar zijn. De kleedruimte moet ruim genoeg zijn en er moeten stoelen of banken staan. Er moeten aparte ruimten beschikbaar zijn voor mannen en vrouwen. Dat staat in artikel 3.22 van het Arbobesluit.
Wasgelegenheden en doucheruimten
Staan werknemers bloot aan vuil of stof? Dan moet er een wasruimte met voldoende wasbakken aanwezig zijn. In sommige (werk)situaties moet ook een doucheruimte met voldoende douches aanwezig zijn. Dat staat in artikel 3.23 van het Arbobesluit.
Toiletten en wastafels
Artikel 3.24 van het Arbobesluit gaat in op de aanwezigheid van toiletten en wastafels.
Eerste-hulpposten
Als de aard van de arbeid of de daaraan verbonden gevaren dit noodzakelijk maken, zijn er voldoende eerste-hulpposten aanwezig. De eerste-hulpposten zijn voorzien van de noodzakelijke eerste-hulpuitrusting en gemakkelijk bereikbaar met brancards. Dat staat in artikel 3.25 van het Arbobesluit.
Rustruimten
Voor zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie moet er een geschikte, af te sluiten besloten ruimte beschikbaar zijn. De werknemer kan deze ruimte gebruiken om borstvoeding te geven of te kolven. De ruimte moet voldoende rustig en afgezonderd zijn en er moet een bed of een rustbank staan. Dat staat in artikel 3.48 van het Arbobesluit.
Bijzondere arbeidsplaatsen
In het Arbobesluit staan daarnaast ook voorschriften voor bijzondere arbeidsplaatsen, zoals bouwplaatsen en werkplekken in de mijnbouw.
Bron: www.arbo-online.nl